- Observer
De geruchtenmolen draait
De Argentijnse krant Clarin publiceerde gisteren een artikel getiteld “Geruchten over een militaire interventie in Brazilië verhogen”. Met een meerderheid van 10 tegen 1 stemden de rechters van het Supremo Tribunal Federal voor het doorgeven van de aanklacht van corruptie door president Michel Temer aan de kamer van volksvertegenwoordigers. Net als 50 dagen geleden (toen de eerste beschuldiging weggestemd werd door de parlementairen) zal Temer moeten afwachten of de deputados hem wensen te laten vervolgen of niet. Indien wel, dan moet hij aftreden en de resultaten van het onderzoek afwachten. Indien niet, dan kan hij verder regeren tot aan het einde van zijn ambtstermijn (december 2018) en zal pas daarna kunnen vervolgd worden door het STF.
Het politieke scenario ziet er deze keer minder gunstig uit voor de president. De meerderheid van de rechters van het STF wensen hun imago niet te zien afbrokkelen door de burgers van Brazilië, noch voor zichzelf, noch voor die burgers die perplex staan tegenover de beschuldiging van misdaden door de koepel van de PMDB, Temer’s partij. De enige die tegen stemde (voor het doorgeven van de beschuldiging aan de kamer) was rechter Gilmar Mendes.
Ook andere factoren leggen een gewicht in de schaal. Kamervoorzitter Rodrigo Maia toonde zich erg ontevreden met de regering en verklaarde dat hij persoonlijk, en zijn partij (DEM, democraten) “erg geïrriteerd” zijn met Temer en de regeringspartij PMDB. Dit ongenoegen zal de stemming in de kamer bemoeilijken met erg veel turbulentie als gevolg indien Temer het niet zou halen. Ook de nieuwe procureur-generaal, Raquel Dodge, aangeduid door Temer als opvolgster van Rodrigo Janot, was voor het doorspelen van de aanklacht aan de kamer. Of dit alles nog niet volstaat, kwam er een nieuwe onthulling van wisselagent Funaro, voorheen exclusief in dienst van de PMDB, die bekende dat Temer een van de belangrijkste bestemmelingen was van al het smeergeld dat naar de partij ging. En dan was er deze week ook nog de uitspraak van een hoge officier van het leger.
Generaal Antonio Hamilton Mourão zei dat een militaire ingreep niet uitgesloten is als het gerecht het “politieke” probleem niet oplost. De generaal verwees hierbij naar de ontstane politieke warboel door de resultaten van het Lava Jato onderzoek. Dat onderzoek wijst op een jarenlange praktijk van corruptie door diverse politici van diverse partijen, met desastreuze gevolgen voor het bestuur van het land.
Mourão deed de pijnlijke uitspraak bij een bijeenkomst van vrijmetselaars in de hoofdstad Brasília. Hij zei letterlijk dat een dergelijke tussenkomst mogelijk opgedrongen wordt en dat het in dat geval niet gemakkelijk zal zijn: “Ofwel worden de problemen aangepakt en opgelost door de instituten, de gerechterlijke instanties, dit door deze misdadige elementen te verwijderen uit hun publieke functie, ofwel zijn wij genoodzaakt dat af te dwingen”.
De opperste chef van het Braziliaanse leger, generaal Eduardo Villas Boas, sprak zijn collega niet tegen en besloot, na een onderhoud met Raul Jungmann, minister van landsverdediging, om hem te “vergeven”. In een interview op de televisie loofde hij Mourão als een grote, correcte en bekwame figuur en zei dat een militaire interventie constitutioneel gerechtvaardigd is in geval van chaos in het land (wat niet correct is, het leger mag enkel ingrijpen op verzoek van de president). In de sociale media groeit de steun aan het leger, door een bevolking die geplaagd wordt door een zware economische crisis en de niet ophoudende berichtgeving over corrupte politici.